SV | Gij zult hem dat pand zekerlijk wedergeven, als de zon ondergaat, dat hij in zijn kleed nederligge, en u zegene; en het zal u gerechtigheid zijn voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods. |
WLC | הָשֵׁב֩ תָּשִׁ֨יב לֹ֤ו אֶֽת־הַעֲבֹוט֙ כְּבֹ֣א הַשֶּׁ֔מֶשׁ וְשָׁכַ֥ב בְּשַׂלְמָתֹ֖ו וּבֵֽרֲכֶ֑ךָּ וּלְךָ֙ תִּהְיֶ֣ה צְדָקָ֔ה לִפְנֵ֖י יְהוָ֥ה אֱלֹהֶֽיךָ׃ ס |
Trans. | hāšēḇ tāšîḇ lwō ’eṯ-ha‘ăḇwōṭ kəḇō’ haššemeš wəšāḵaḇ bəśaləmāṯwō ûḇērăḵeḵḵā ûləḵā tihəyeh ṣəḏāqâ lifənê JHWH ’ĕlōheyḵā: |
Gij zult hem dat pand zekerlijk wedergeven, als de zon ondergaat, dat hij in zijn kleed nederligge, en u zegene; en het zal u gerechtigheid zijn voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Gij zult hem dat pand zekerlijk wedergeven, als de zon ondergaat, dat hij in zijn kleed nederligge, en u zegene; en het zal u gerechtigheid zijn voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!